Angst werkt verlammend

Ik zie het dagelijks bij mij in de praktijk: angst werkt verlammend. Angst maakt dat je op school niet de resultaten haalt die je verdient. Angst maakt dat je niet in staat bent vrienden te maken en/of te houden. Het zorgt ervoor dat je niet begint aan dingen die je eigenlijk heel graag zou doen. Angst maakt dat je piekert. Angst maakt je licht ontvlambaar. Kortom, angst verlamt.

Die angst, daar gaan we mee aan het werk

Dus daar werken we veel mee in de praktijk. Die angst. Het is balanceren: op het randje van (net niet meer) aangenaam spannend naar verlammend eng.

Niet bewezen verlammend eng. Niet algemeen aanvaard verlammend eng. Maar verlammend eng voor jou! Want voor iedereen ligt die grens tussen (net niet meer aangenaam) spannend en verlammend eng ergens anders.\

Jezelf uitdagen, maar wel veilig

Balanceren dus. De grens opzoeken, jezelf uitdagen, maar nog net o.k. Zodat dat balanceren je een stap vooruit helpt. Kukel je over die grens, dan ben je zomaar weer twee stappen verder verwijderd van je doel. En dat wil je liefst niet.

Een persoonlijke ervaring ter inspiratie

Hoe lastig dat balanceren is, ondervond ik onlangs zelf aan den lijve. Ook al weet ik, als professional, als geen ander hoe ‘het moet’. Knap lastig als je er zelf midden in zit. Ik hoop dat mijn ervaring anderen inspireert:

De angst sloeg mij om het hart

Twee maanden geleden viel ik flauw. Tijdens mijn favo-bezigheid: hardlopen. Gelukkig was ik niet alleen. Maar ik was me de tandjes geschrokken. Bult op mijn kop, blauwe arm en een enorme deuk in mijn ego.

Omdat er in mijn beleving twee opties waren waar mijn huisarts mij mee zou confronteren:

  1. 
Hart werkt niet mee (als je als kind ‘zwak’ was op dat gebied, blijft dat toch onbewust hangen)
  2. Overwerkt

besloot ik twee weken te wachten met dat huisartsbezoek. Dat hart hoefde ik niet te weten (angst), het overwerkt kon ik zelf wel bedenken, dus hoefde ik ook niet te weten. Iets met eigenwijs. In die twee weken tijd was er geen haar op mijn hoofd die overwoog te gaan hardlopen.

Mijn huisarts deed allerlei onderzoek en verzekerde me dat mijn hart in orde was. Bloeddruk, hartslag, saturatie, bloedwaarden, alles ok. Maarrrr, of het niet een optie was eens een week te gaan slapen en wat minder te werken. Ze moest er zelf heel hard om lachen en zei al proestend: ‘O.K. Ik ken je al 27 jaar, maar is de boodschap overgekomen?’

Uitdaging

Dankzij deze niet-belerende houding kwam de boodschap over. Ik schroefde mijn belachelijke werkdagen wat terug, ging lekker zwemmen, wandelen, meer slapen en boekjes lezen. Een hele uitdaging voor mij. Neem dat van mij aan. Maar de uitdaging van het hardlopen? Nee, die durfde ik niet aan.

En dan wordt de angst alleen maar groter

Ik durfde niet meer. Gewoon niet. Mijn hartslag te veel op laten lopen bij zwemmen of op de sportschool: ik durfde gewoon niet. En zo gingen twee maanden voorbij, de angst werd groter.

De uitdaging veilig aangaan, niet omdat het moet maar omdat je wil

Tot gisterenochtend. Ik voelde, ik wil zooooo graag. Appte mijn lieve, zorgzame hardloopmaatje. En die ging gelijk mee. ‘Ik schrik nergens van. Ik ben wel van het gelijk reanimeren’ ?

Later zat ik met een grote grijns op mijn gezicht en met een enorme bak thee op de bank. Mijn eerste 5 km zitten er weer op. Weg angst. Als sneeuw voor de zon verdwenen.

Die zon was overigens best warm om in te lopen. Maar dat terzijde.

Drie tips die je helpen je angst te overwinnen

  1. Blijf jezelf uitdagen, hoe spannend het ook is. Formuleer een duidelijk doel en daarbij horende positieve gedachten die je helpen dat doel te bereiken.
    (In mijn geval klonk dat ongeveer zo: Ik ga 5 km lopen. Ook al is mijn conditie achteruitgegaan. Ik kon 21 km lopen, dan lukt 5 km mij nu ook. Vandaag neem ik geen tijd op. Ik ga lopen op mijn gevoel, de rest is niet belangrijk. Als ik tussendoor even wil wandelen is dat helemaal o.k.)
  2. Doe dit wel op een veilige manier. Vraag hulp van iemand die je vertrouwt. Iemand die je steunt en niet geïrriteerd raakt of teleurgesteld als het toch niet gelijk lukt.
    (In mijn geval koos ik ervoor gelijk ’s ochtends te gaan en niet te wachten tot de middag. De zon was namelijk sterk en het beloofde een erg warme dag te worden. Daarnaast vroeg ik een vriendin waar ik al jaren mee had gelopen met mij mee te gaan. Ik weet dat zij zich makkelijk aanpast aan andermans tempo en mijn stap alleen maar zou aanmoedigen.)
  3. Vraag jezelf daarbij steeds af: ‘MOET ik dit, of WIL ik dit?’ Zodra je iets wil, echt met heel je hart wil, dan lukt het je.
    (Ik werd wakker met een borrelend verlangen: ik wil lopen. Naar buiten, mijn spieren laten werken, genieten van de buitenlucht, stappen maken. Ik WILde echt!

Heel veel succes!