Onrust… Nee, nee, nee!!!! Niet hoesten!!!!!
Kriebel, kriebel, kuch, kuch, BLAF
Half 4 op de wekker. En ZO moe. Ik wil SLAPEN. En wel nu.
Een strepsil. Rustig ademen. Handen op mijn buik. Ah, daar komt de ontspanning.
En dan…
Snuf.
Rasp.
Kuch.
Snuf.
Zware adem.
Halve snurk.
Snuf.
Ontspan ik eindelijk, begint HIJ lawaai te maken.
Weg ontspanning. Hallo frustratie.
Ik draai me om. En nog een keer. En nog een keer.
Om half 5 geef ik het op. Ik tast naar mijn bril op mijn nachtkastje. Trek in het donker een joggingbroek aan. Verlaat de kamer. En laat voor straf de katten binnen. Hij zal het leren. Mij wakker houden.
Sippie Mokkie
Met deze geweldige basis voor een geslaagde dag (NOT) sluip ik de trap af. Verwarming aan. Onder een dekentje op de bank. Thee. Schrijven. En Wednesday kijken (wanneer komt seizoen 2, please?).
Zo treft manlief mij een paar uur later aan: Lekker geslapen?
Ik grom inwendig maar laat mij niet kennen en vraag poeslief: Jij?
Onrustig blijf ik op die bank hangen. Moe. Lamlendig. Zo’n gehaast gevoel terwijl ik als de beste bankaardappel onder dat dekentje hang te Netflixen.

Dochter de deur uit met vriendinnen. Zoon aan zijn auto aan het klussen. Man naar de sportschool (ja, HIJ heeft lekker geslapen, denk ik natuurlijk wrokkig). En ik sippie sippie mokkie mokkie. In mijn eentje op de bank. Alles is stom, niets is leuk. Ook mijn business vind ik ineens het STOMSTE dat er is. En ik kan mij niet voorstellen dat ik morgen weer fris aan de slag wil.
Rond het middaguur (mind you, dat zijn dus HEEL veel uren gesip als je al om half 5 op bent) ben ik mezelf zat. Spuugzat.
In beweging komen of stil blijven zitten?
Ik weet dat ik in beweging moet komen. Iets doen. Wat dan ook.
Dus ik trek die keukenkastjes leeg. Sop de planken af. Zoek alles uit. Gooi dingen weg met houdbaarheidsdatum 2020 (die zijn dus over de datum meeverhuist…). Organiseer en richt opnieuw in. Af en toe schiet er een gedachte voorbij. Aan die ene klant die ik morgen spreek. Tof. Oh nee, ik vond mijn business STOM.
Ik blijf onrustig en mopperig.
En dan, dan valt mijn oog op het zilveren bestek (don’t ask, iets met een huwelijkscadeau). Dat er allesbehalve zilver uitziet.
Ik duik onder het aanrecht voor de zilverpoets. Pak een paar doeken. Haal die hele bestekla leeg. Posteer de boel op de salontafel. Neem zelf positie op de bank. En terwijl zoonlief al zijn foto’s van Thailand op de tv afdraait, poets ik alsof het een lieve lust is.
De onrust en frustratie weg poetsen
Terwijl ik naar die foto’s kijk en mijn handen zwart zie worden van al dat gepoets denk ik aan al die dingen die op stapel staan voor 2023. Oh… Schrijf je magisch 2023… ik kan niet wachten. En dat kleine, maar wel heel fijne groepje voor De praktijk van je dromen… ja, dat wordt tof. Die blauwdruksessies die ik gepland heb staan… yes, die gaan zoveel betekenen. En oh, ik moet eens een blog schrijven over…
Een uur later glimmerdeglimglimt het bestek mij vanuit de inmiddels weer frisse bestekla tegemoet.
That did the trick.
Met het bijna agressieve gepoets is de onrust verdwenen. De mokkige frustratie opgelost. Mijn humeur een stuk aangenamer voor mijn geliefden. Een aantal blogonderwerpen rijker. En een gezond ongeduld om over een kleine 2 weken aan het nieuwe jaar te beginnen.
Je snapt, ik heb DE nummer 1 tip voor je als je de flow even helemaal kwijt bent: poets je zilverbestek.
Heb je dat niet? Kom volgende week maar even bij mij langs. Zolang blijft dat niet zo mooi glimmen, dus je mag hier je hart ophalen. 😉
